28 januari 2019

Ridders op zes snaren: Jan Akkerman, Anton Goudsmit en Ruben Hoeke

Gitarist Jan Akkerman is inmiddels dik de 70 gepasseerd. Dit jaar verschijnt zijn ongetwijfeld erg sappige biografie, geschreven door Bergenaar Jean-Paul Heck. Akkerman is bovendien een graag geziene gast in Gebouw-T. Op zaterdag 2 februari mag hij opnieuw een aantal gitaarridders samenbrengen tijdens zijn Knight Of The Guitar. We blikken alvast vooruit met Akkerman zelf, jazzgitarist Anton Goudsmit en bluesrocker Ruben Hoeke.

Door Willem Jongeneelen

Jan Akkerman heeft een ongekend grote staat van dienst. Zijn carrière startte in de jaren zestig in Johnny And His Cellar Rockers en hij maakte vervolgens furore in The Hunters, Brainbox, Focus en als soloartiest. Hij speelde later met artiesten variërend van Alan Price, Paco de Lucia, Charlie Bird, B.B. King, Ice-T tot André Hazes. Het leverde hem als gitarist uiteindelijk in 2005 een Gouden Harp en in 2009 de Eddy Christiani Award op. Toch begon hij ooit op de accordeon. ,,Op een knoppenaccordeon nog wel. Het heeft mijn latere gitaarspel erg beïnvloed. Je leerde op die accordeon hoe het geografisch zat. Je krijgt een ander inzicht in de mogelijkheden. Een piano is wat dat betreft veel gemakkelijker. Daar zie je wat er gebeurt. Als ik gitaar speel weet de linkerhand ook niet wat de rechter doet. Dat is echt zo. Dat maakt het ook zo leuk. Jezelf verliezen in solo’s en ook iedere keer jezelf blijven verrassen, daar draait het om. Het is eigenlijk een soort wiskundig gegeven. Toonladders aanvallen en de hoeveelheid tonen van een octaaf. Dat kan technisch allemaal heel verantwoord uitgevoerd worden, maar toch niet te vreten zijn. Want die techniek, het zal die boer die luistert terecht worst wezen.”

Muziek maken is volgens Akkerman je bagage en kennis in dienst stellen van het nummer. ,,Het draait om hoge schoolwerk en geld. Bij de ene slaat de balans door naar het geld. Die maakt muziek voor de massa. Anderen kiezen voor de muziek. Ik hoor tot de laatste categorie. Ik blijf geïnspireerd om nieuwe dingen te maken, al is terugblikken op zijn tijd ook best leuk. Kennis bezitten is mooi, maar het gaat er om wat je ermee doet. Vraag me echter niet waar mijn inspiratie vandaan komt of waarom die gitaar me blijft boeien. De een spaart postzegels, de ander wijdt zijn leven aan seks, drugs en rock ’n roll, ik heb mijn gitaar. De gitaar is mijn culturele stan gun. Een machtig wapen. Een veredelde pijl en boog. En de jacht ermee, die blijft razend interessant.”

Bij muziek maken hoort volgens Akkerman ook risico’s nemen. ,,Mensen die op zeker gaan en nooit fouten maken zijn strontvervelend. Het publiek geeft je de verantwoording iets nieuws neer te zetten. De kick van een goede solo zit in een goede opbouw, in de afbouw, maar vooral ook in de ruimte tussendoor. Ik maak daar graag zoveel mogelijk gebruik van. Gaan, en niet weten waar je uitkomt. Iedere keer anders, want als iets goed is, dan moet dat de volgende keer weer helemaal anders. Daar ben je muzikant voor geworden. En vals bestaat niet. Miles Davis zei dat mooi: Het is de kunst om een valse noot goed te laten klinken. Django Reinhardt had ook wel eens uitglijers. Dat verdoezelde hij zo dat het weer speciaal werd. Vrijheid, daar draait het om. Ik geloof niet zo in die notendrukkerij. Daar hebben we Bach voor.”

Anton Goudsmit

De agenda van jazzgitarist Anton Goudsmit puilt uit. Hij opereert minstens in een kleine twintig projecten tegelijk, maar zegt zelden nee als er een nieuw verzoek tot samenwerking in zijn mailbox valt. ,,Dat valt allemaal reuze mee. Er zijn mensen die graag hebben dat ik meespeel, maar er zijn er nog veel meer die me niet kennen en dat niet willen. Zo selecteert het zichzelf uit.” Anton neemt ieder project wat hij doet even serieus. ,,Of ik nu eenmalig met jongeren speel, of met mijn eigen bands op pad ga, ik bereid altijd alles goed voor. Ik lijk dam misschien wel chaotisch, dat ben ik in mijn optiek niet. Ik ben best wel een burgermannetje. Wel gooi ik overal mijn hele ziel en zaligheid erin. Laats zei een man na een optreden: Meneer, ik maakte me zorgen dat je hoofd er bijna afviel. Tja, dan heb ik dus lekker gespeeld.”

Goudsmit blijft leergierig en studeert en oefent veel. Dat gaat alleen iets moderner dan vroeger. ,,We wisselen als muzikanten vaak filmpjes uit. Of dit niets iets zou zijn om te spelen? Het voordeel is dat je de muzikanten ook ziet spelen. YouTube heeft al veel goede nieuwe gitaristen opgeleverd. Het conservatorium is voor velen toch zoiets als een telefoonboekstudie. Gitaar leren spelen via YouTube is naast luisteren ook afkijken. Handig, flitsend, snel. Een generatie leert visueel spelen. Over talent beschikken, blijft meegenomen. Je kunt een aap leren typen, maar het is handig als je ook snapt wat je doet. Internet is goud waard, want vaak vind je ook wel ergens de akkoordenschema’s erbij. Je kunt veel ontdekken.”

Goudsmit kan met veel uit de voeten. Standards, smooth jazz, een klassiek aandoend partijtje, funky rock, hij vindt het allemaal even leuk. ,,Alleen flamenco, dat gaat ‘m niet worden. Dat is zo’n apart verhaal. Wellicht in een volgend leven.” Ook Jan Akkerman stuurt hem weleens filmpjes. ,,Daar kan je dan weer geen gitaar op spelen, haha. Wel kreeg ik na het toertje dat ik met hem deed zijn Albion-gitaarversterker. Omdat ik geen rijbewijs heb, had zijn crew die vaak voor mij gesjouwd. Na het laatste optreden mocht ik hem houden. Later stuurde Jan me de handleiding nog na. Gouden vent. En wereldwijd een soort God. Ik speelde met The Ploctones in Brazilië. Jan arriveerde daar ook op het vliegveld. Hij moest met tientallen mensen op de foto. Focus zijn ze daar echt nog lang niet vergeten.”

Ruben Hoeke

Gitarist Ruben Hoeke is al jaren een gevestigde naam in de Nederlandse blues-, rock- en popwereld. Een gitaar was er in zijn jeugdjaren nooit in huis. Wel een piano van zijn vader Rob, maar daar had de jonge Ruben Hoeke geen oog voor. Hij was van zijn vijfde tot zijn twaalfde buiten op een voetbalveldje te vinden. ,,Muziek hoorde ik eigenlijk alleen tussen de voetbalflitsen van Langs De Lijn door. Tot ik op mijn twaalfde uit een raam iemand steeds opnieuw dat intro van Sweet Child O’ Mine van Guns N’ Roses draaide en een van mijn voetbalvrienden een gitaar had gekocht en Joe Satriani, Metallica en Van Halen na kon spelen. Dat wilde ik ook.”

Ruben Hoeke leende een akoestische gitaar. Die verdween in de kast als zijn huiswerk nog niet klaar was en hij mocht pas een elektrische kopen als hij het instrument na een jaar nog leuk vond. ,,Door die riff van Guns N’ Roses bleef die voetbal definitief in de tuin liggen. Ik ging daarna in bandjes spelen, want dat deed mijn pa ook al dertig jaar. Hij was gewoon als iedere andere vader, alleen was hij ieder weekend op pad.” Zijn vader was Rob Hoeke, vermaard toetsenist en vooral bekend geworden als boogiewoogie pianist. Rob en Ruben hebben niet veel samengespeeld. Rob Hoeke overleed in 1999 op slechts 60-jarige leeftijd. ,,We hebben hooguit zes à zeven keer samengespeeld, dat is wel jammer. Maar ik was in het begin alleen met hardrock bezig en had het later erg druk in allerlei andere bandjes.”

Ruben Hoeke is inmiddels bijna net zo bekend als zijn vader. Hij ontving al diverse prijzen voor zijn sterke gitaarspel. Namens collega-muzikanten ontving hij 2008 een Duiveltje van het Nationaal Pop Instituut als beste gitarist van Nederland en in 2013 door de lezers van het blad De Gitarist als beste blues & rock gitarist van de Benelux. Hoeke is voornamelijk autodidact. ,,Ik kreeg slechts een half jaartje gitaarles toen ik twaalf was. Ik heb er leren tokkelen, wat erg nuttig is gebleken. Maar het ging mij allemaal niet snel genoeg daar. Ik zocht het liever zelf uit. Als puber nam ik al helemaal niets van mijn vader aan. Ik wist het beter. Wat natuurlijk niet zo was.”

Knight Of The Guitar: zaterdag 2 februari in Gebouw-T. Met Jan Akkerman, Anton Goudsmit, Ruben Hoeke, Leif de Leeuw en John Hayes. Er zijn nog tickets!